Select by Category
 

home Home
Tips and Tricks
Grammar
test Reading
Writing
Listening
Speaking
Vocabulary Forum

 
 

Grammar top five
  Present cont.
Present simp.
Plurals
Past simple
personal pron.
 
 
Toekomendetijd - Future tense

De toekomende tijd gebruik je om over de toekomst te praten en kun je vormen door to be going to, will, de present continuous of de present simple te gebruiken:

Klik hier voor een overzicht in powerpoint

To be going to
*****************
Gebruik
De vorm to be going to gebruik je om aan te geven wat je van plan bent, of wat vast wel zal gebeuren (een voorspelling).

Vorm
Een vorm van het werkwoord to be + going to + de 1ste vorm van een werkwoord.

Voorbeelden
I am going to do my homework tonight.       
(Dat ben ik van plan, het zal dus ook vast wel gebeuren)
Look at those clouds! I think it is going to rain.                   
(Ik voorspel dat het gaat regenen, de wolken zijn het bewijs)

Will & Won’t
***************
Gebruik
Will word gebruikt om aan te geven dat iets nog gaat gebeuren. Won’t wordt gebruikt om aan te geven dat iets niet gaat gebeuren. Beide zijn dus voorspellingen.

Vorm
Will/Won’t + 1ste vorm van een werkwoord.

Voorbeelden
I will go to Africa someday.                            Ooit zal ik naar afrika gaan.
In 10 years we will / won’t be in war.               Over 10 jaar zullen we (niet) in oorlog zijn.

Present continuous
************************
Gebruik
Wanneer iets in de nabije toekomst zal plaatsvinden. Het gaat dan om dingen die afgesproken zijn (bijvoorbeeld een afspraakje, een concert of een verjaardag).

Vorm
Een vorm van het werkwoord to be + een werkwoord met  –ing.

Voorbeelden
Later on I’m seeing Bill.                                              Straks heb ik een afspraak met Bill.
Tom is taking Wendy out for dinner tonight.             Tom neemt Wendy vanavond mee uit eten.

Present Simple
*******************
Gebruik
Wanneer iets gaat gebeuren volgens een vast schema (bijvoorbeeld aankomst- & vertrektijden, openings- & sluitingstijden en begin- & eindtijden).

Vorm
Hele werkwoord + -s (bij he, she & it)

Voorbeelden
My bus arrives at 5.05.                     Mijn bus arriveert om 5.05.
Our train leaves at 6 O’clock.            Onze trein vertrekt om 6 uur.


 

Go to Forum


© Copyright 2008 W. Broes .All Rights Reserved

contact us :info@iedereenkanengels.nl with questions or comments.
Website:http://www.iedereenkanengels.nl